- Door de wens tot vermindering van energieverbruik staat openbare verlichting de laatste jaren sterk in de belangstelling. Het zoeken naar zuiniger verlichten leidt naar een logische vervolgvraag: de vraag naar meer donkerte.

Meer donkerte

Meer donkerte draagt bij aan een beter evenwicht met de natuur en bevordert de nachtrust zo luidt de veel gehoorde stelling. Op zich zijn dit terechte vragen c.q. wensen. Daarbij rijst echter de vraag in hoeverre dit haalbaar is in een 24-uurs maatschappij als de onze. Een maatschappij met een hoge mobiliteit, waarin iedereen gewend is aan adequate verlichting en we erop vertrouwen dat we tot in de kleine uurtjes veilig kunnen reizen. Daar komt bij dat van de in de samenleving deelnemende burger wordt geëist dat deze tot op steeds hogere leeftijd in dit proces blijft deelnemen. Maar een 60-jarige heeft nu eenmaal driemaal zoveel licht nodig om hetzelfde te zien als een 20-jarige.

Transitieperiode

We mogen dus stellen dat we in een transitieperiode zijn aangeland, waarin de wens naar minder kunstlicht op een zorgvuldige wijze wordt afgewogen tegen de functie van het licht. Op zichzelf is dit al een zeer lastige afweging. Deze wordt echter nog complexer door de alom geldende wens van de overheid om zich op veel specialistische terreinen terug te trekken. Zo ook op het terrein van openbare verlichting. Toch zal dit actuele tijdperk van zoeken naar ‘nieuw evenwicht in licht’ , ten behoeve van de veiligheid , met verstand van zaken moeten worden doorgemaakt.

Het maken van juiste beleidskeuzes met behulp van de ROVL-2011

Het maken van een keuze tot verlichten of niet verlichten, of het nemen van een besluit tot een alternatieve maatregel is een beleidsverantwoordelijkheid. Met het vaststellen van deze beleidskeuzes geeft een politiek bestuur invulling aan die verantwoordelijkheid. De richtlijn ROVL-2011 van de NSVV geeft onderbouwde handreikingen voor het maken van zulke beleidskeuzes. In veel situaties kan, om verschillende redenen, gekozen worden voor alternatieve verlichtingsvormen of zelfs voor niet verlichten. Om een onderbouwd besluit te kunnen nemen is gebleken dat er behoefte is aan praktische hanteerbare handvatten, die de beheerder en beleidsmaker helpen bij het maken van die keuze. De richtlijn is met nadruk een richtlijn en daarmee niet dwingend. Zij is bedoeld om een onderbouwde en daarmee verantwoorde afweging te maken. Factoren die invloed kunnen hebben op te maken keuze voor verlichten:

* Sociale veiligheid

* Persoonlijke veiligheid

* Verkeersveiligheid

* Aantrekkelijkheid/verfraaiing

* Donkerte

* Lichthinder

* Natuurgebied

* Voorbeeldfunctie

* Stimuleren ontwikkelingen

* Regelgeving/afspraken

Wanneer de beheerder binnen zijn verantwoordelijkheid de keuze heeft gemaakt voor verlichten, geeft de ROVL-2011 hiervoor heldere aanwijzingen. Er wordt per situatie en omstandigheid geadviseerd welke verlichtingskwaliteit kan worden gehanteerd . Dit geldt ook voor het dynamisch regelen van verlichting, dat eveneens bijdraagt aan de wens tot energiebesparing en meer donkerte.

Wel of niet verlichten, dan wel het toepassen van een alternatieve maatregelen is een keuze en geen ‘wet’.

Het is niet wettelijk vastgelegd dat een weg of openbare ruimte verlicht moet worden. Wel kan de wegbeheerder aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan door een eenzijdig verkeersongeval ten gevolge van gebrekkige of gevaarlijke toestand van de openbare weg. Hieronder valt ook de wel/niet noodzakelijkheid van verlichting.

De NSVV wil bewust niet voorschrijven wanneer welke keuze precies gemaakt moet worden. Wel biedt zij beheerders en beleidsmakers een afwegingskader om een verantwoord besluit tussen wel en niet verlichten te maken en daarmee samen met de NSVV de transitie naar een energiezuiniger en versoberde openbare verlichting door te maken. De NSVV staat openbare verlichting beheerders ten dienst met de ROVL-2011.

Laten wij situaties zoals in onderstaand artikel voorkomen. Maak keuzes op basis van de juiste argumenten!

 artikel dood paaltje